Owaschepa
Platt       Däitsch       Holländisch
AafAffeAap
AapelApfelAppel
ÄäpelÄpfelAppelen
ÄäpelschmäaApfelmusAppelmoes
ÄäschAscheAs (se)
Ääschtelein Getreidemaß???
ÄätEggeEg (ge)
AiEiEi
AiaschääpLöwenzahnPaardenbloem
aljemeenallgemeinalgemeen
AmitschjenHenkelmann???
anischdaandersanders
AntillischEndivienAndijvie
Antillischsalloot [ɔ:]EndiviensalatAndijviesla
ApfelsienApfelsineSinaasappel
äppesetwasiets
asistis
awwaabermaar
bääkeseklig akelig
Baasalte Frau, Tanteoude vrouw, tante
Bäi, BäienBiene, BienenBij, Bijen
BeaBierBier
BeenBein, BeineBeen, Benen
BeschWaldBos
bessjenbisschenbeetje
BiaBirnePeer
BieaEberEverzwijn
BirrenBirnenPeren
BloddenRübenblätterBietbladeren
BloodBlutBloed
bloodenblutenbloeden
BloomBlumeBloem
BloomenBlumenBloemen
BluusBluseBloes, Blouse
BoaschtenSchwieleEelt
BoksHoseBroek
BoksehängelnHosenträgerBretel (s)
BoksesaakHosentascheBroekzak
BollBecherMok
BooaBrunnenBron
BoomBaumBoom
BottaButterBoter, Roomboter
BottaschmäaButterbrotBoterham
BouchBauchBuik
BousBeuleBuil
BräätBrettPlank
BräätschjenBrettchenPlankje
brängenbringenbringen
BreefBriefBrief
BreefpabäiaBriefpapierPostpapier
BroodaBruderBroer
BruudBrotBrood
BunselnSchafslosung???
bäi "K" läsenbei "K" lesenbij "K" lezen
däiendrücken, schiebendrukken, duwen
däistadunkelduister
dalaastan etwas vorbeiaan iets vorbij
DännedääpTannenzapfen (MZ)Sparappelen
Dännedoop [ɔ:]Tannenzapfen (EZ)Sparappel
DeeaTierDier, Beest
DelpesTölpelStommerik, Lummel
DeppenTopfPot, Kookpan
DeppschjenTöpfchenPotje
DeschTischTafel
eemesjemandiemand
eenfach (eefach)einfacheenvoudig, makkelijk
FäiaFeuerVuur
FattaVaterVader
fieavornevorn
FingaFingerVinger
FinstaFensterRaam
FlieschtZopfVlecht
FluutFlügelVleugel
FeeßFüßeVoeten
FooßFußVoet
welle ma netwollen wir nichtwillen wij niet
haa!"links!" für Kühe???
HääkHeckehaag, heg
HääkebutschZeckeTeek
häälhellklaar, licht
häihierhier
Häipkleine HütteBarak, Hut
HeenkelKükenKuiken
HeffHefeGist
Heffkoochen [o:]Hefekuchengegiste Koek
HimmHemdHemd
honn [ɔ]habenhebben
Honn [ɔ]HahnHaan
Hoolgänse [ɔ:]KranicheKraanvogel
Hoon [o:]HuhnKip
Hoot [o:]HutHoed
Hoss [ɔ]HaseHase
hoss [ɔ]hastheeft
hott [ɔ]habt, hatheeft
Howwa[ɔ]HaferHaver
hozz!"rechts!" für Kühe???
hunnahinterachter
huttischgleich, baldbinnenkort, straks
ienen (innen)untenbeneden
InnaboksUnterhoseOnderbroek
InnahimmUnterhemdOnderhemd
JääschtGersteGerst
jäddelischklein, wenigweinig
janzganzcompleet, heel
JeadelGürtelGordel
JeeßelPeitscheZweep
JeheeschnisWohlgefühlGevoel van welbehagen
JemeeßGemüseGroente (n)
Jemeltaunnützes ZeugRommel
JoaJahrJaar
joon [ɔ:]gehengaan
joot [o:]gutgoed
Jowwel [ɔ]GabelVork, Riek
KaapKappe, MützeKap, Pet, Muts
käit, käitschjenbisschen, etwastikje, iets
KalfKalbKalf
KälfjenKälbchen???
KanäinjschjenKanininchenKonijn
KändelDachrinne, FallrohrDakrand, Dakgoot
KieschtenKirchenKersen
KlatschkiesQuarkKwark
KleedKleidKleed, Jurk, Japon
KleedaKleiderKleren, Kleding
kleedischheißheet
KlekkaMurmelKnikker
Kloozbirren [ɔ:]Viezbirnen???
KloustaVorhängeschlossHangslot
KnäissjenBrotendeBroodkorst
KneeKnieKnie
Knootadeppen [ɔ:]NörglerDwarskop
knootan [ɔ:]nörgelnmorren, grommen
KomputjaComputerComputer, Rekenaar
Koo [o:]KuhKoe
Koochdeppen [ɔ:]KochtopfKookpan, Kookpot
koochen [ɔ:]kochenkoken
Koochen [o:]KuchenKoek
Kopp [ɔ]KopfKop, Hoofd
kräilenAngst habenbang zijn
kräischenweinenhuilen
krawwelnkrabbelnkruipen
KreefMistgabelMestvork, Riek
KrieschelnStachelbeerenStekelbessen, Kruisbessen
KrimmelKrümelKruimel
Kri_ooch [o:]HühneraugeEksteroog
Kri_ooren [o:]HühneraugenEksteroogen
Kronnen [ɔ](Wasser) hahn(Water) kraan
Kroom [o:]Grummet???
KrummesSichelSikkel
Krumpa (ren)Kartoffel (n)Aardappel (en)
KrumparekliesKartoffelklößeAardappelballen
Krumparekoochen [o:](Reibe-) KartoffelkuchenAardappelpannenkoekje
KrumparekreewesKartoffelpüree mit Sauerkraut???
Krumparesaloot [ɔ:]KartoffelsalatAardappelsalade
Krumparesopp [o]KartoffelsuppeAardappelsoep
kuineerenquälen, belästigenpesten, plagen
KumpTrogTrog, Bak
Kwätsch (en)Zwetschge (n)Pruim, Kwets
KwätscheschmäaZwetschgen- oder PflaumenmusPruimengelei
LääfelLöffelLepel
LääfelschjenLöffelchenLepeltje
LäiskoulNackenNek
LantaLaterneLantaarn
LappesTunichtgutNietsnut
LeetaLeiterLadder
LimpschjenLäppchenLapje
lookisch [ɔ:]lauwarmlauw (warm)
LoupLukeLuik
loustanzuhörenluisteren, toehoren
LuppSchnullerFopspeen
MääßaMesserMes
MannsläitMännerMannen
MeschSpatzMus
MetschMützeMuts, Pet
mi_enmähenmaaien
miemehrmeer
MillMühleMolen
Mool [o:]Teigmulde im Küchentisch???
Moompa (ren) [ɔ:]Heidelbeere (n)blauwe Bosbes (Bosbessen)
Morren [o]MöhrenWortel
Mossta [o]Mostrich, SenfMosterd
Motta [o]MutterMoeder
MousMausMuis
näilischneulichonlangs, laatst
näistnichtsniks
NeemesNiemandNiemand
niedischnötignodig
Nool [ɔ:]NagelNagel, Spijker
Noos [ɔ:]NaseNeus
Noss [o]NussNoot
obbeneeren [o]protestierenprotesteren, mopperen
odda [o]oderof
oddeneeren [o]beauftragenopdragen
Ooboues [ɔ:]Anmachholz???
Ooch [o:]AugeOog
Ooren [o:]AugenOogen
op [o]aufop
orm [ɔ]armarm
Ormen [ɔ]Arm, ArmeArm
Owwascheepa [o]OberscheidweilerOberscheidweiler
owwen [o]obenboven
Owwen [o]OfenOven
owwenopp [o]obenaufbovenop
PäadPferdPaard
PannPfannePan
Peetschjenschmaler pfadPad
pesspanflüsternfluisteren
PittasillischPetersiliePeterselie
Plotz [o]PfützePlas
PratzelSchnittlauchBieslook
ProumenPflaumenPruimen
PuddelJaucheGier, vloibare mest
PullowaPulloverPullover, Trui
rääpsenrülpsenboeren, oprispen
RappReibeRasp
reetfertigklaar
Roff [ɔ]RabeRaaf
Rook [ɔ:]RockRok
RoutRaute, FensterscheibeRuit
RummelRunkelrübeBiet
KUUsiehe "K"zie "K"
rääpsenrülpsenboeren, oprispen
RappReibeRasp
reetfertigklaar
Roff [ɔ]RabeRaaf
Rook [ɔ:]RockRok
RoutRaute, FensterscheibeRuit
RummelRunkelrübeBiet
Saakdooch [o:]TaschentuchZakdoek
Salloot [ɔ:]Salatsalade, rauwkost
SchäiaScheuneSchuur
ScheppSchaufelSchop, Schep
SchläifsteenSchleifsteinSlijpsteen
SchläitaHolzsplitterSplinter
Schliwwaschja (MZ)Anmachholz???
Schliwwaschjen (EZ)Anmachholz???
schloofen [ɔ:]schlafenslapen
Schnooa [o:]SchnurSnoer, Touwtje
Schnorrs [ɔ]SchnurrbartSnor, Snorrebaard
Schooch [o:]SchuhSchoen
Schoof [ɔ:]SchafSchaap
Schoon [o:]SchuheSchoenen
Schooreemen [o:]SchnürsenkelVeter, Rijgsnoer
SpinnschjenSpeisekammerVoorraadkamer
spouzenspuckenspuiten
SchroufSchraubeSchroef, Vijs
SeelSeilTouw
Seeschoomes [ɔ:]AmeiseMier
souasauerzuur
SouakroutSauerkrautZuurkool
SteenSteinSteen
sträischenmelkenmelken
StrieStrohStro
StrumpStrumpfKous
SunnSonneZon
TaaßTasseKop, Bak
Umpa (ren)Himbeere (n)frambos (en)
UnkelOnkelOom
unmielischunmöglichonmogelijk
unnin, undin
UuaOhrOor
Fausiehe "F"zie "F"
WääspelWespeWesp
WeeßenWeizenTarwe
WieschtschjaWürstchen (MZ)Worstjes
WieschtschjenWürstchen (EZ)Worstje
WissWieseWei (de)
honn ma nethaben wir nichthebben wij niet
jet et netgibt es nichtbestaat niet
ZäidungZeitungKrant, Dagblaad
ZieZehTeen
Zi_enZehenTenen